vrijdag 7 oktober 2011

Recept: Gado Gado


Gado Gado. Of zoals mijn opa altijd zei, Ga door Ga door, want van dit gerecht kan je blijven eten, haha! Gado Gado is een Indonesisch gerecht en in principe vegetarisch. Ik weet dat er mensen zijn die er ook kip bij eten, maar in mijn ogen is dat gewoon not right. Misschien wel lekker, maar Gado Gado hoort vegetarisch. Rijst, groenten en pindasaus, dat is waar Gado Gado eigenlijk op neerkomt. Niet moeilijk, wel veel snij- en kookwerk. Je bent er ongeveer een uur mee bezig. Kijk hieronder voor het recept.




Wat heb je nodig?



- Rijst (het lekkerste is pandan, maar als je haast hebt neem je Snelkookrijst)
- Eieren
- Krieltjes of aardappelen
- Taugé, Tahoe, Tempe 
- Groenten (spinazie, spruitjes, boontjes, wortels)
- Komkommer, sla, kool

Voor de pindasaus:



- slaolie (niet op foto)
- Sambal oelek (belangrijk, geen andere sambal, maar echt Oelek!)
- water
- pindakaas
- bruine basterdsuiker
- zout
- azijn
- ketjap medja (of een andere zoete, niet de zoute! en dus ook geen sojasaus!)

Natuurlijk hoef je niet alle genoemde groenten te gebruiken. Soms doen mensen alleen boontjes, wortel en taugé en ei. Maak gewoon een mix van wat je lekker vindt. Remember, hoe meer soorten, hoe meer werk en hoe langer je in de keuken staat. Wat wij meestel doen is ei, spinazie, taugé, wortels en boontjes, komkommer en spruitjes. Maar elke Indische familie doet het weer anders.

Zoals je ziet gaan we de pindasaus zelf maken. That's right! Geen kant-en-klare Wycko potjes. Adoe!

Begin met het opzetten van pannetjes water. Een grote pan voor de rijst. Kook de rijst en giet hem af.



Zet de rijst apart met de deksel op de pan, zodat hij nog wat na kan stomen. Je kan natuurlijk ook rijst in een rijstkoker stomen en hem daarna op de knop 'warmhouden' zetten.



Het meeste werk, de groente snijden en koken. Reken op veel pannetjes en afwaswerk! Zet de eieren op het vuur en kook ze hard (anders is het zo kliederig snijden later), snij de groenten in hapklare stukjes (niet al te klein, maar zoals op de foto) en zet de boontjes en wortels bij elkaar, kook de spruitjes en de spinazie apart. Neem kleine spruitjes, of snijd grote door midden. Kook veel spinazie, want dit slinkt behoorlijk in.


Taugé hoort maar kort gekookt te worden. Of eigenlijk, wat mijn tante doet is heet water over de taugé gieten en that's it. Wat mijn moeder doet is water koken, en zodra het kookt de taugé in de pan doen. Dan draait ze meteen het vuur uit en laat ze het 2 minuutjes zitten. We willen namelijk wel knapperige taugé en geen slappe hap.



Wat aardappelen betreft kan je meerdere dingen doen. Kook aardappelen, snijd ze in blokjes en frituur ze. Kook kleine aardappeltjes in de schil, pel ze achteraf en snijd ze in stukjes. Of, wat wij doen, is krieltjes door midden snijden en deze knapperig opbakken in een pan met olie.


Als alles gereed is dien je het mooi op in een schaal zoals hieronder. De eieren hebben we in partjes gesneden en ook heb ik hier gesneden komkommer aan toegevoegd. Ziet er mooi uit zo, he? Dit kun je beter op een wat later tijdstip doen, anders wordt alles koud. Of, warm het vlak voor opdienen nog even op in de magnetron.


En nu een essentieel onderdeel van de Gado Gado. De pindasaus. Kijk, mijn oma deed het pas écht goed. Die kocht rauwe pinda's op de markt, ging ze thuis roosteren en vermalen en dan had je dus die echte authentieke verse gemalen pindapasta. Wij zijn in Nederland echter blessed met Calvé pindakaas. Dat is dus niet helemaal zoals mijn oma het deed, maar aan de andere kant is het al wel stukken beter dan die kant-en-klare pindasauzen (kan echt niet!).

Verwarm een flinke scheut olie op een zacht vuur in een pannetje. Voeg na een tijdje sambal oelek toe (1). Oelek is ongebakken sambal die je dus nu gaat bakken. Daarom is het belangrijk dat je deze neemt, en niet bijvoorbeeld Brandal (die is al gebakken). Voeg sambal oelek voorzichtig toe, afhankelijk van hoe pittig je hem wil, 1 tot 4 scheppen (flinke eetlepels). Kan best. 


De sambal spettert dus pas op! Fruit de sambal een tijdje in de olie, totdat het er ongeveer uit ziet als op plaatje (2). Voeg water toe (3). Ik raad aan om een halve mok te gebruiken, want meer toevoegen kan altijd nog. Voeg vervolgens een stuk of 4 flinke eetlepels pindakaas toe (4). Roer goed door, tot de consistentie is zoals wat je gewend bent van pindasaus.

Als de consistentie goed is (voeg meer pindakaas of meer water toe en roer goed, maar houd er rekening mee dat de saus iets indikt) is het tijd om de saus op smaak te brengen. Zelf doen wij dit met suiker, zout, azijn en ketjap. Ik ken mensen die er ook een scheut kokosmelk aan toevoegen. Of andere kruiden, of trassi (aan het begin), maar wij doen dit niet. En is ook niet nodig, want zoals wij het doen is het gewoon de allerlekkerste manier! ;-)


Als je van een wat zoetere saus houdt, voeg dan riante scheppen bruine basterdsuiker toe. Kan het ook met witte suiker? Vast wel, ik heb het nooit geprobeerd. Ik raad bruine aan, maar als je echt niets anders in huis hebt zou ik ook voor witte suiker gaan.


Voeg ook wat ketjap toe. Dit kun je in elke supermarkt kopen en verwar het alsjeblieft niet met ketchup, zoute ketjap (je hebt meerdere soorten en medja of manis is de zoete) of sojasaus. It's not the same! Vergeet ook niet een scheut azijn en snufje zout toe te voegen. Proef gewoon veel tussendoor, doen wij ook.

Als de saus op smaak is gebracht laat je hem nog even pruttelen op zacht vuur, totdat er een olielaag boven op komt. Dan is de saus goed.


Zet neer op tafel (of op het aanrecht): pan met rijst, schaal met groenten, spinazie en aardappeltjes (als dit in de schaal past is het mooier, maar wij doen het gewoon zo) en pan met pindasaus. De pindasaus hoort over je groenten te gaan. Dus niet over je rijst (dat zie ik mensen vaak doen, en dan lekker roeren). Dat maakt het zo'n drassig papje.


Als finishing touch kun je hier lekkere kroepoek bij eten, zoals emping. Emping is overigens een vegetarische kroepoek, terwijl de meeste kroepoeksoorten iets van garnalensmaak bevatten. Verkruimel je emping en sprenkel het over de saus (ben ik hier vergeten te doen). Nommmmmm!


Selamat Makan!

Until next time,
Serena Verbon